Synoniemen: bekendmaken, in kennis stellen, kond doen van, mededelen, op de hoogte brengen, aanzeggen, verwittigen, verluiden, te kennen geven, laten weten
Woordsoort | werkwoord |
---|
Uitspraak | /ˈmɛldə(n)/ |
---|
Afbreking | mel·den |
---|
Vervoeging
Aantonende wijs |
---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
---|
(ik) meld | (ik) meldde |
(jij) meldt | (jij) meldde |
(hij) meldt | (hij) meldde |
(wij) melden | (wij) meldden |
(jullie) melden | (jullie) meldden |
(gij) meldt | (gij) melddet |
(zij) melden | (zij) meldden |
Aanvoegende wijs |
---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
---|
(dat ik) melde | (dat ik) meldde |
(dat jij) melde | (dat jij) meldde |
(dat hij) melde | (dat hij) meldde |
(dat wij) melden | (dat wij) meldden |
(dat jullie) melden | (dat jullie) meldden |
(dat gij) meldet | (dat gij) melddet |
(dat zij) melden | (dat zij) meldden |
Gebiedende wijs |
---|
Enkelvoud/Meervoud | Meervoud |
---|
meld | meldt |
Deelwoorden |
---|
Tegenwoordig deelwoord | Verleden deelwoord |
---|
meldend, meldende | (hebben) gemeld |
Zo was het enige tijd verdergegaan toen de raven meldden dat Dain en meer dan vijfhonderd dwergen, die zich van de IJzerheuvels spoedden, nu op twee dagmrsen van Dal waren, uit het noordoosten komend.
Afgelopen december meldden de Verenigde Staten dat volgens informatie van hun geheime dienst 315.000 Russische soldaten zijn omgekomen of gewond geraakt.
Veel straten stonden blank en putdeksels kwamen omhoog, meldde de brandweer.