Informasie oor die woord opknappen (Nederlands → Esperanto: plenumi)

Sinonieme: uitvoeren, verrichten, vervullen, voltrekken, zich kwijten van

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈɔpknɑpə(n)/
Afbrekingop·knap·pen

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) knap op(ik) knapte op
(jij) knapt op(jij) knapte op
(hij) knapt op(hij) knapte op
(wij) knappen op(wij) knapten op
(jullie) knappen op(jullie) knapten op
(gij) knapt op(gij) knaptet op
(zij) knappen op(zij) knapten op
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) opknappe(dat ik) opknapte
(dat jij) opknappe(dat jij) opknapte
(dat hij) opknappe(dat hij) opknapte
(dat wij) opknappen(dat wij) opknapten
(dat jullie) opknappen(dat jullie) opknapten
(dat gij) opknappet(dat gij) opknaptet
(dat zij) opknappen(dat zij) opknapten
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
knap opknapt op
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
opknappend, opknappende(hebben) opgeknapt

Voorbeelde van gebruik

Ik laat Steenbreek bij je achter en die zal het vuile werk voor je opknappen, nietwaar Steenbreek?
Ik moet eerst even iets opknappen.

Vertalinge

Duitsausführen; bestellen; leisten
Engelsaccomplish; perform; exercise; fulfil; execute
Engels (Ou Engels)gefyllan
Esperantoplenumi
Faroëesfullføra
Fransaccomplir; assurer; réaliser
Hongaarsteljesít
Italiaanscompiere; eseguire
Katalaansacomplir; portar a cap; realitzar
Nederduitsuutvoren
Papiamentskumpli
Poolsspełnić; wykonać
Portugeescumprir; desempenhar
Russiesвыполнять
Saterfriesärfulje; bestaale; laistje; uutfiere
Spaanscumplir; ejecutar; llevar a cabo