Informatie over het woord bestoffen (Nederlands → Esperanto: polvokovri)

Synoniemen: bestuiven, stoffig maken

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/bəˈstɔfə(n)/
Afbrekingbe·stof·fen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) bestof(ik) bestofte
(jij) bestoft(jij) bestofte
(hij) bestoft(hij) bestofte
(wij) bestoffen(wij) bestoften
(jullie) bestoffen(jullie) bestoften
(gij) bestoft(gij) bestoftet
(zij) bestoffen(zij) bestoften
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) bestoffe(dat ik) bestofte
(dat jij) bestoffe(dat jij) bestofte
(dat hij) bestoffe(dat hij) bestofte
(dat wij) bestoffen(dat wij) bestoften
(dat jullie) bestoffen(dat jullie) bestoften
(dat gij) bestoffet(dat gij) bestoftet
(dat zij) bestoffen(dat zij) bestoften
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
bestofbestoft
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
bestoffend, bestoffende(hebben) bestoft

Voorbeelden van gebruik

Ik ben vermoeid en bestoft van de reis.

Vertalingen

Engelscover with dust
Esperantopolvokovri