Informatie over het woord indoezelen (Nederlands → Esperanto: ekduondormi)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈɪnduzələ(n)/
Afbrekingin·doe·ze·len

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) doezel in(ik) doezelde in
(jij) doezelt in(jij) doezelde in
(hij) doezelt in(hij) doezelde in
(wij) doezelen in(wij) doezelden in
(jullie) doezelen in(jullie) doezelden in
(gij) doezelt in(gij) doezeldet in
(zij) doezelen in(zij) doezelden in
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) indoezele(dat ik) indoezelde
(dat jij) indoezele(dat jij) indoezelde
(dat hij) indoezele(dat hij) indoezelde
(dat wij) indoezelen(dat wij) indoezelden
(dat jullie) indoezelen(dat jullie) indoezelden
(dat gij) indoezelet(dat gij) indoezeldet
(dat zij) indoezelen(dat zij) indoezelden
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
indoezelend, indoezelende(zijn) ingedoezeld

Voorbeelden van gebruik

Eindelijk doezelde hij in.

Vertalingen

Esperantoekduondormi