Informatie over het woord bar (Nederlands → Esperanto: drinkejo)

Synoniemen: herberg, kroeg, tapperij, taveerne

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/bɑr/
Afbrekingbar
Geslachtmanlijk of vrouwelijk
Meervoudbars

Verkleinwoord
EnkelvoudMeervoud
barretjebarretjes

Voorbeelden van gebruik

Ik ga in de bar een biertje drinken.
Dit weekend werden er zeker zeven mensen doodgeschoten in een bar in een wijk van Bujumbura waar veel aanhangers van de oppositie wonen.

Vertalingen

Afrikaanssjebien
Catalaanstaverna
DuitsKneipe; Saloon
Engelsbar; barroom
Esperantodrinkejo
Faeröersdrykkjustova
Grieksμπαρ
Papiamentsshap; bar
Portugeesbar
Spaanstaberna
Thaisบาร์