Information about the word toehappen (Dutch → Esperanto: ekmordi)

Synonym: aanbijten

Part of speechverb
Pronunciation/ˈtuɦɑpə(n)/
Hyphenationtoe·hap·pen

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) hap toe(ik) hapte toe
(jij) hapt toe(jij) hapte toe
(hij) hapt toe(hij) hapte toe
(wij) happen toe(wij) hapten toe
(jullie) happen toe(jullie) hapten toe
(gij) hapt toe(gij) haptet toe
(zij) happen toe(zij) hapten toe
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) toehappe(dat ik) toehapte
(dat jij) toehappe(dat jij) toehapte
(dat hij) toehappe(dat hij) toehapte
(dat wij) toehappen(dat wij) toehapten
(dat jullie) toehappen(dat jullie) toehapten
(dat gij) toehappet(dat gij) toehaptet
(dat zij) toehappen(dat zij) toehapten
Imperative mood
Singular/PluralPlural
hap toehapt toe
Participles
Present participlePast participle
toehappend, toehappende(hebben) toegehapt

Usage samples

Met een wanhopige sprong stortte hij zich in het inwendige, precies op het moment dat de grijper toehapte.

Translations

Englishbite; rise to the bait; take the bait
Esperantoekmordi