Informatie over het woord drinken (Nederlands → Esperanto: drinkadi)

Synoniem: aan de drank zijn

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/drɪŋkə(n)/
Afbrekingdrin·ken

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) drink(ik) dronk
(jij) drinkt(jij) dronk
(hij) drinkt(hij) dronk
(wij) drinken(wij) dronken
(jullie) drinken(jullie) dronken
(gij) drinkt(gij) dronkt
(zij) drinken(zij) dronken
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) drinke(dat ik) dronke
(dat jij) drinke(dat jij) dronke
(dat hij) drinke(dat hij) dronke
(dat wij) drinken(dat wij) dronken
(dat jullie) drinken(dat jullie) dronken
(dat gij) drinket(dat gij) dronket
(dat zij) drinken(dat zij) dronken
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
drinkdrinkt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
drinkend, drinkende(hebben) gedronken

Voorbeelden van gebruik

De zware vorst heeft zijn tol geëist onder het drinkende deel der natie.
Alweer eentje die wist dat zij behoorlijk dronk.

Vertalingen

Engelsbe given to drink; booze
Esperantodrinkadi
Nederduitsdrinken
Westerlauwers Friesdrinke