Synoniemen: aanzienlijk, eminent, prominent, uitstékend, vooraanstaand, voortreffelijk, uitnemend, notabel
Woordsoort | bijvoeglijk naamwoord |
---|
Uitspraak | /vorˈnam/ |
---|
Afbreking | voor·naam |
---|
Trappen van vergelijking
Stellende trap | voornaam |
---|
Vergrotende trap | voornamer |
---|
Overtreffende trap | voornaamst |
---|
Verbuiging
| Stellende trap | Vergrotende trap | Overtreffende trap |
---|
Predicatief | voornaam | voornamer | (het) voornaamst, (het) voornaamste |
---|
Attributief | Onbepaald | Manlijk en vrouwelijk enkelvoud | voorname | voornamere | voornaamste |
---|
Onzijdig enkelvoud | voornaam | voornamer | voornaamst |
---|
Meervoud | voorname | voornamere | voornaamste |
---|
Bepaald | voorname | voornamere | voornaamste |
---|
Partitief | voornaams | voornamers | |
---|
Het zal de oplettende lezertjes duidelijk zijn dat het voorname hotel bereikt was.
Zij is van nog voornamer afkomst dan hij beweert te zijn.