Information about the word zien (Dutch → Esperanto: provi)

Synonyms: aanpassen, beproeven, passen, proberen, toetsen, uitproberen

Part of speechverb
Pronunciation/zin/
Hyphenationzien

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) (ik)
(jij) (jij)
(hij) (hij)
(wij) zien(wij)
(jullie) zien(jullie)
(gij) (gij)
(zij) zien(zij)
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) (dat ik)
(dat jij) (dat jij)
(dat hij) (dat hij)
(dat wij) zien(dat wij)
(dat jullie) zien(dat jullie)
(dat gij) ziet(dat gij)
(dat zij) zien(dat zij)
Present participle
ziend, ziende

Usage samples

En toen moesten we een hotel zien te vinden.
We moeten uit deze stad zien te komen voordat er iets ergers gebeurt.

Translations

Afrikaansprobeer
Albanianmundohem
Catalanassajar; provar
Czechochutnat; pokusit se; vyzkoušet; zkoušet; zkusit
Danishforsøge; prøve
Englishattempt; test; try; pilot; prove; sample; assay; try out
Esperantoprovi
Faeroeseroyna
Finnishkoettaa
Frenchessayer
Germanerproben; probieren; prüfen; versuchen
Italianprovare
Jamaican Patoischrai
Latinattemptare
Low Germanproberen; uutproberen
Malaycoba … mencoba
Papiamentointentá
Polishpróbować
Portugueseensaiar; experimentar; provar
Romanianîncerca; testa
Saterland Frisianfersäike; probierje; pröiwje; wröigje
Spanishensayar; intentar; probar
Srananproberi; tréy
Swahili‐jaribu
Swedishbepröva; försöka; probera; prova
Thaiลองชิมดู
West Frisiansjen