Informatie over het woord bieden (Nederlands → Esperanto: prezenti)

Synoniemen: aanbieden, voorschotelen, doen, indienen, optreden, presenteren, spelen, vertonen, voorstellen, voorzetten, brengen, inbrengen, offreren

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈbidə(n)/
Afbrekingbie·den

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) bied(ik) bood
(jij) biedt(jij) bood
(hij) biedt(hij) bood
(wij) bieden(wij) boden
(jullie) bieden(jullie) boden
(gij) biedt(gij) boodt
(zij) bieden(zij) boden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) biede(dat ik) bode
(dat jij) biede(dat jij) bode
(dat hij) biede(dat hij) bode
(dat wij) bieden(dat wij) boden
(dat jullie) bieden(dat jullie) boden
(dat gij) biedet(dat gij) bodet
(dat zij) bieden(dat zij) boden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
biedbiedt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
biedend, biedende(hebben) geboden

Voorbeelden van gebruik

Nogmaals wordt er de nadruk op gelegd dat dit boek slechts een oppervlag overzicht biedt van de geofysische wetenschappen.

Vertalingen

Afrikaansoptree
Catalaanspresentar
Deensforestille; præsentere; servere; udføre
Duitsaufführen; bieten; anbieten; darstellen; vorstellen; präsentieren; sich bieten
Engelsoffer; present
Esperantoprezenti
Faeröersbera fram; kunna; nevna; vísa
Finsesittää
Fransoffrir; présenter
IJslandskynna
Italiaanspresentare
Nederduitspresenteren; vöärstellen
Noorspresentere
Papiamentspresentá
Poolsprzedstawiać
Portugeesapresentar; oferecer
Roemeensintroduce; prezenta
Saterfriesanbjoode; apfiere; bjoode; deerstaale; foarstaale
Spaanspresentar; representar; retratar
Thaisถวาย; แนะนำ; ยื่น
Westerlauwers Friesoanbiede; ôfbyldzje; biede; bringe; dwaan
Zweedspresentera