Informatie over het woord krijten (Nederlands → Esperanto: ŝmiri per kreto)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈkrɛi̯tə(n)/
Afbrekingkrij·ten

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) krijt(ik) krijtte
(jij) krijt(jij) krijtte
(hij) krijt(hij) krijtte
(wij) krijten(wij) krijtten
(jullie) krijten(jullie) krijtten
(gij) krijt(gij) krijttet
(zij) krijten(zij) krijtten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) krijte(dat ik) krijtte
(dat jij) krijte(dat jij) krijtte
(dat hij) krijte(dat hij) krijtte
(dat wij) krijten(dat wij) krijtten
(dat jullie) krijten(dat jullie) krijtten
(dat gij) krijtet(dat gij) krijttet
(dat zij) krijten(dat zij) krijtten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
krijtkrijt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
krijtend, krijtende(hebben) gekrijt

Voorbeelden van gebruik

Ik gaf niet direct antwoord maar noteerde zijn score op het bord, krijtte mijn keu en bestudeerde de positie van de ballen.

Vertalingen

Esperantoŝmiri per kreto