Informatie over het woord aftappen (Nederlands → Esperanto: dreni)

Synoniemen: afwateren, draineren, droogleggen, ontwateren

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈɑftɑpə(n)/
Afbrekingaf·tap·pen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) tap af(ik) tapte af
(jij) tapt af(jij) tapte af
(hij) tapt af(hij) tapte af
(wij) tappen af(wij) tapten af
(jullie) tappen af(jullie) tapten af
(gij) tapt af(gij) taptet af
(zij) tappen af(zij) tapten af
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) aftappe(dat ik) aftapte
(dat jij) aftappe(dat jij) aftapte
(dat hij) aftappe(dat hij) aftapte
(dat wij) aftappen(dat wij) aftapten
(dat jullie) aftappen(dat jullie) aftapten
(dat gij) aftappet(dat gij) aftaptet
(dat zij) aftappen(dat zij) aftapten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
tap aftapt af
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
aftappend, aftappende(hebben) afgetapt

Voorbeelden van gebruik

Een poging om bloed uit zijn arm af te tappen, leverde geen resultaat op.

Vertalingen

Duitsentwässern; dränieren; dränen; trockenlegen
Engelsdrain
Esperantodreni
Fransdrainer
Portugeesdrenar
Saterfriesdränierjereni; ouwoaterje
Spaansdrenar
Tsjechischodvodnit; odvodňovat
Westerlauwers Friesôftaapje; ôfwetterje