Informatie over het woord dorsen (Nederlands → Esperanto: draŝi)

Synoniemen: afranselen, afrossen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈdɔrsə(n)/
Afbrekingdor·sen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) dors(ik) dorste
(jij) dorst(jij) dorste
(hij) dorst(hij) dorste
(wij) dorsen(wij) dorsten
(jullie) dorsen(jullie) dorsten
(gij) dorst(gij) dorstet
(zij) dorsen(zij) dorsten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) dorse(dat ik) dorste
(dat jij) dorse(dat jij) dorste
(dat hij) dorse(dat hij) dorste
(dat wij) dorsen(dat wij) dorsten
(dat jullie) dorsen(dat jullie) dorsten
(dat gij) dorset(dat gij) dorstet
(dat zij) dorsen(dat zij) dorsten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
dorsdorst
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
dorsend, dorsende(hebben) gedorst

Voorbeelden van gebruik

Simon dorste transpirerend naast de anderen.

Vertalingen

Catalaansapallisar; batre
Duitsdreschen; ausdreschen; losdreschen
Engelsthresh; flail
Esperantodraŝi
Faeröerstreskja
Finspuida
Fransbattre; passer à tabac; rosser
Italiaanstrebbiare
Portugeesbater; debulhar; esbordoar; espancar; malhar; sovar; trilhar
Saterfriestäärske
Spaanstrillar
Tsjechischmlátit