Informatie over het woord beukenbos (Nederlands → Esperanto: fagarbaro)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈbøkə(m)bɔs/
Afbrekingbeu·ken·bos
Geslachtonzijdig
Meervoudbeukenbossen

Voorbeelden van gebruik

De bomen zijn hier ouder en in de beukenbossen rond de villa woont de zwarte specht.

Vertalingen

DuitsBuchenwald
Engelsbeech‐wood
Esperantofagarbaro; fagaro; fagejo
LuxemburgsBichebësch