Informatie over het woord staan (Nederlands → Esperanto: esti blovanta)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/stan/
Afbrekingstaan

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) sta(ik) stond
(jij) staat(jij) stond
(hij) staat(hij) stond
(wij) staan(wij) stonden
(jullie) staan(jullie) stonden
(gij) staat(gij) stondt
(zij) staan(zij) stonden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) sta(dat ik) stonde
(dat jij) sta(dat jij) stonde
(dat hij) sta(dat hij) stonde
(dat wij) staan(dat wij) stonden
(dat jullie) staan(dat jullie) stonden
(dat gij) staat(dat gij) stondet
(dat zij) staan(dat zij) stonden
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
staand, staande(hebben) gestaan

Voorbeelden van gebruik

Er stond geen wind.

Vertalingen

Esperantoesti blovanta