Informatie over het woord gast (Nederlands → Esperanto: ulo)

Synoniemen: gozer, pee, kerel, knul, persoon, snuiter, sujet, vent

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ɣɑst/
Afbrekinggast
Geslachtmanlijk
Meervoudgasten

Voorbeelden van gebruik

Wie zijn die gasten?

Vertalingen

Deensfyr
DuitsKerl
Engelsfellow
Engels (Oudengels)ceorl
Esperantoulo
Finsolio
Fransindividu
Poolsosobnik