Information about the word een en al (Dutch → Esperanto: tute)

Synonyms: finaal, geheel, helemaal, totaal, volkomen, volledig, volslagen, hoegenaamd, goed en wel, helegaar, glad, in zijn geheel, straal, tenemaal

Part of speechadverb

Usage samples

Onmiddellijk was het op het vliegveld een en al bedrijvigheid.