Informatie over het woord kwetsen (Nederlands → Esperanto: ofendi)

Synoniemen: beledigen, grieven, krenken, verongelijken, onrecht aandoen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈkʋɛtsə(n)/
Afbrekingkwet·sen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) kwets(ik) kwetste
(jij) kwetst(jij) kwetste
(hij) kwetst(hij) kwetste
(wij) kwetsen(wij) kwetsten
(jullie) kwetsen(jullie) kwetsten
(gij) kwetst(gij) kwetstet
(zij) kwetsen(zij) kwetsten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) kwetse(dat ik) kwetste
(dat jij) kwetse(dat jij) kwetste
(dat hij) kwetse(dat hij) kwetste
(dat wij) kwetsen(dat wij) kwetsten
(dat jullie) kwetsen(dat jullie) kwetsten
(dat gij) kwetset(dat gij) kwetstet
(dat zij) kwetsen(dat zij) kwetsten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
kwetskwetst
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
kwetsend, kwetsende(hebben) gekwetst

Voorbeelden van gebruik

Hij wilde zijn nieuwe vriend niet kwetsen.

Vertalingen

Catalaansofendre
Deensfornærme
Duitsbeleidigen; kränken; verletzen
Engelsoffend; hurt
Esperantoofendi
Faeröersgera firtnan; misbjóða; skemma
Fransoffenser
IJslandsmóðga
Italiaansinsultare; offendere
Luxemburgsbeleedegen; beleidegen
Noorsfornærme
Papiamentsofendé
Poolsobrażać
Portugeesinjuriar; ofender; ultrajar
Saterfriesbeseerje; kroanke
Spaansofender
Srananafrontu
Tsjechischranit
Turksacıtmak
Westerlauwers Friesmisledigje
Zweedsförnärma; förölämpa