Information about the word zich voordoen (Dutch → Esperanto: okazi)

Synonyms: aan de hand zijn, gebeuren, geschieden, gevallen, omgaan, optreden, passeren, plaatsgrijpen, plaatshebben, plaatsvinden, voorvallen, zich afspelen, zich voltrekken, zich toedragen, vóórkomen

Part of speechreflexive verb

Usage samples

Misschien doet zich nog iets beters voor.
Dit kon zich nog vaker voordoen en het paard zou slechts een belemmering vormen.
Er heeft zich opnieuw een zware uitbarsting voorgedaan op de vulkaan Merapi bij Jogjakarta in Indonesië.
Deze gelegenheid deed zich spoedig voor.
De autoriteiten van de Sovjet‐Unie deelden pas op 29 april officieel mee dat er zich een ongeluk in een kerncentrale in de Oekraïne had voorgedaan.