Informatie over het woord aanpakken (Nederlands → Esperanto: komenci)

Synoniemen: aanbinden, aanvaarden, aanvangen, beginnen, beginnen aan, beginnen met, ter hand nemen, inzetten, starten, overgaan tot, een begin maken met

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈampɑkə(n)/
Afbrekingaan·pak·ken

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) pak aan(ik) pakte aan
(jij) pakt aan(jij) pakte aan
(hij) pakt aan(hij) pakte aan
(wij) pakken aan(wij) pakten aan
(jullie) pakken aan(jullie) pakten aan
(gij) pakt aan(gij) paktet aan
(zij) pakken aan(zij) pakten aan
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) aanpakke(dat ik) aanpakte
(dat jij) aanpakke(dat jij) aanpakte
(dat hij) aanpakke(dat hij) aanpakte
(dat wij) aanpakken(dat wij) aanpakten
(dat jullie) aanpakken(dat jullie) aanpakten
(dat gij) aanpakket(dat gij) aanpaktet
(dat zij) aanpakken(dat zij) aanpakten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
pak aanpakt aan
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
aanpakkend, aanpakkende(hebben) aangepakt

Vertalingen

Afrikaansbegin
Catalaanscomençar
Deensbegynde
Duitsanbrechen; anfangen; beginnen; den Anfang machen; antreten; ergreifen; starten
Engelsbegin; commence; start; embark on
Engels (Oudengels)beginnan
Esperantokomenci
Faeröersbyrja
Finsalkaa; aloittaa
Fransaborder; commencer
IJslandsbyrja
Italiaanscominciare
Jiddischאָנהײבן
Nederduitsbeginnen; starten
Noorsbegynne
Papiamentsinisiá; kuminsá
Poolszaczynać
Portugeescomeçar; iniciar
Roemeensîncepe; porni
Saterfriesbeginne; ounbreeke; ounfange; ounfoatje
Spaanscomenzar
Srananbigin
Thaisเริ่ม
Tsjechischpočínat; počít; začínat; začít; zahájit
Turksbaşlamak
Westerlauwers Friesbegjinne; oanfange; oangean; oanpakke; begjin
Zweedsbegynna; börja