Informo pri la vorto aanbreken (nederlanda → esperanto: komenciĝo)

Sinonimoj: aanvang, begin, ontstaan

Vortspecosubstantivo
Prononco/ˈambrekə(n)/
Dividoaan·bre·ken
Genroneŭtra

Uzekzemploj

Bij het aanbreken van de schemering trok hij op het kruispunt een grote cirkel met twee kleine cirkels er middenin en hij voorzag die van tekens uit zijn magische literatuur.
Bij het aanbreken van de dag werd Tarzan gewekt door het griezelige gezang van de priesters van Opar.
Het was duidelijk dat het aanbreken van de dag hem geen vreugde bracht.

Tradukoj

afrikansobegin
anglabeginning; start
angla (malnovangla)fruma
ĉeĥapočátek; začátek; zahájení
danabegyndelse
esperantokomenciĝo; eko; komenco
francadébut
germanaAnfang; Beginn; Anfangen; Ausbrechen; Ausbruch
hispanacomienzo; origen; principio
luksemburgiaUfank
okcidenta frizonabegjin; oanfang
papiamentokuminsamento; kuminsamentu
platgermanauntstån; begin; anvang
portugalaprincípio
rusaначало
saterlanda frizonaBegin; Ounfang
skotastert
surinamabigin
svedabegynnelse; början