Informatie over het woord 'voortrijden' [dut] (epo: daŭrigi la rajdadon)

Synoniem: doorrijden

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijd	Verleden tijd
(ik) rij voort, rijd voort	(ik) reed voort
(jij) rijdt voort	(jij) reed voort
(hij) rijdt voort	(hij) reed voort
(wij) rijden voort	(wij) reden voort
(jullie) rijden voort	(jullie) reden voort
(gij) rijdt voort	(gij) reedt voort
(zij) rijden voort	(zij) reden voort
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijd	Verleden tijd
(dat ik) voortrijde	(dat ik) voortrede
(dat jij) voortrijde	(dat jij) voortrede
(dat hij) voortrijde	(dat hij) voortrede
(dat wij) voortrijden	(dat wij) voortreden
(dat jullie) voortrijden	(dat jullie) voortreden
(dat gij) voortrijdet	(dat gij) voortredet
(dat zij) voortrijden	(dat zij) voortreden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/Meervoud	Meervoud
rij voort, rijd voort	rijdt voort
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoord	Verleden deelwoord
voortrijdend, voortrijdende	(zijn) voortgereden