Informo pri la vorto dommerik (nederlanda → esperanto: stultulo)

Sinonimoj: domkop, domme, dommerd, domoor, schaapskop, stomkop, stommeling, sufferd, ezel

Vortspecosubstantivo
Prononco/ˈdɔmərɪk/
Dividodom·me·rik
Genrovira
Pluralodommeriken

Uzekzemploj

Wij zullen eens zien, of gij eeuwig met mij zult handelen als met een onnozele dommerik!
Wie is er hier een dommerik?

Tradukoj

anglaass; clod; fool; nit; lackwit
esperantostultulo
francaimbécile; sot
okcidenta frizonadeadling
papiamentochambòn; lolas; lolo; sokete
polagłupiec
portugalaimbecil; tolo
rusaболван
surinamadonman; dumakuku
svedadumbom; dumhuvud
turkaahmak