Ynformaasje oer it wurd corrumperen (Nederlânsk → Esperanto: korupti)

Synonimen: bederven, verbasteren

Wurdsoartetiidwurd
Utspraak/kɔrɵmˈperə(n)/
Ofbrekingcor·rum·pe·ren

Ferfoarming

Oantoanende foarm
NotiidDoetiid
(ik) corrumpeer(ik) corrumpeerde
(jij) corrumpeert(jij) corrumpeerde
(hij) corrumpeert(hij) corrumpeerde
(wij) corrumperen(wij) corrumpeerden
(jullie) corrumperen(jullie) corrumpeerden
(gij) corrumpeert(gij) corrumpeerdet
(zij) corrumperen(zij) corrumpeerden
Oanfoegjende foarm
NotiidDoetiid
(dat ik) corrumpere(dat ik) corrumpeerde
(dat jij) corrumpere(dat jij) corrumpeerde
(dat hij) corrumpere(dat hij) corrumpeerde
(dat wij) corrumperen(dat wij) corrumpeerden
(dat jullie) corrumperen(dat jullie) corrumpeerden
(dat gij) corrumperet(dat gij) corrumpeerdet
(dat zij) corrumperen(dat zij) corrumpeerden
hjittende foarm
Iental/MeartalMeartal
corrumpeercorrumpeert
Mulwurden
NomulwurdDoemulwurd
corrumperend, corrumperende(hebben) gecorrumpeerd

Foarbylden fan gebrûk

Trump stak een lange monoloog af over het Amerikaanse kiesproces, dat volgens hem zo corrupt is dat iedereen die ermee in aanraking komt wordt gecorrumpeerd.
Je bent een leugenaar, Saruman, en corrumpeert mensenharten.

Oarsettingen

Dútskkorrumpieren; verderben; bestechen
Esperantokorupti
Frânskcorrompre
Fryskbedjerre
Ingelsksuborn
Italjaanskcorrompere
Katalaanskcorrompre
Latynpervetere
Papiamintskkorompi
Portegeeskcorromper; subornar
Russyskвзятку давать
Sealterfryskferdierwe; korrumpierje
Spaanskcorromper