Informatie over het woord brodeloos (Nederlands → Esperanto: sen vivrimedoj)

Woordsoortbijvoeglijk naamwoord
Uitspraak/ˈbrodəlos/
Afbrekingbro·de·loos

Verbuiging

Predicatief
AttributiefOnbepaaldManlijk en vrouwelijk enkelvoudbrodeloze
Onzijdig enkelvoudbrodeloos
Meervoudbrodeloze
Bepaaldbrodeloze
Partitiefbrodeloos

Voorbeelden van gebruik

Alle vis is weg, de vissers zijn brodeloos en de overheid doet niets, zegt de krant.

Vertalingen

Esperantosen vivrimedoj