Information du mot opdelven (néerlandais → espéranto: elfosi)

Synonymes: delven, opduikelen, opgraven, rooien, uitgraven, winnen, opdiepen

Parti du discoursverbe
Prononciation/ˈɔbdɛlvə(n)/
Césureop·del·ven

Conjugaison

Indicatif
PrésentPassé
(ik) delf op(ik) dolf op, delfde op
(jij) delft op(jij) dolf op, delfde op
(hij) delft op(hij) dolf op, delfde op
(wij) delven op(wij) dolven op, delfden op
(jullie) delven op(jullie) dolven op, delfden op
(gij) delft op(gij) dolft op, delfdet op
(zij) delven op(zij) dolven op, delfden op
Subjonctif
PrésentPassé
(dat ik) opdelve(dat ik) opdolve, opdelfde
(dat jij) opdelve(dat jij) opdolve, opdelfde
(dat hij) opdelve(dat hij) opdolve, opdelfde
(dat wij) opdelven(dat wij) opdolven, opdelfden
(dat jullie) opdelven(dat jullie) opdolven, opdelfden
(dat gij) opdelvet(dat gij) opdolvet, opdelfdet
(dat zij) opdelven(dat zij) opdolven, opdelfden
Impératif
Singulier/PlurielPluriel
delf opdelft op
Participes
Participe présentParticipe passé
opdelvend, opdelvende(hebben) opgedolven

Exemples d’usage

Is hij tevreden over de informatie die je voor hem hebt opgedolven?

Traductions

allemandausgraben; herausgraben
anglaisdig up
bas allemandupgraven
espérantoelfosi
françaisabattre
luxembourgeoisausgruewen