Informo pri la vorto aanspreken (nederlanda → esperanto: ekkonsumi)

Sinonimo: aanbreken

Vortspecoverbo
Prononco/ˈansprekə(n)/
Dividoaan·spre·ken

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) spreek aan(ik) sprak aan
(jij) spreekt aan(jij) sprak aan
(hij) spreekt aan(hij) sprak aan
(wij) spreken aan(wij) spraken aan
(jullie) spreken aan(jullie) spraken aan
(gij) spreekt aan(gij) spraakt aan
(zij) spreken aan(zij) spraken aan
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) aanspreke(dat ik) aansprake
(dat jij) aanspreke(dat jij) aansprake
(dat hij) aanspreke(dat hij) aansprake
(dat wij) aanspreken(dat wij) aanspraken
(dat jullie) aanspreken(dat jullie) aanspraken
(dat gij) aanspreket(dat gij) aanspraket
(dat zij) aanspreken(dat zij) aanspraken
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
spreek aanspreekt aan
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
aansprekend, aansprekende(hebben) aangesproken

Uzekzemploj

En zullen we daarbij dan een goede maar niet te dure fles wijn aanspreken?

Tradukoj

anglabreak into
esperantoekkonsumi
francaentamer
germanaanbrechen
saterlanda frizonaanbreeke