Ynformaasje oer it wurd opknopen (Nederlânsk → Esperanto: pendumi)

Synonimen: hangen, ophangen

Wurdsoartetiidwurd
Utspraak/ˈɔpknopə(n)/
Ofbrekingop·kno·pen

Ferfoarming

Oantoanende foarm
NotiidDoetiid
(ik) knoop op(ik) knoopte op
(jij) knoopt op(jij) knoopte op
(hij) knoopt op(hij) knoopte op
(wij) knopen op(wij) knoopten op
(jullie) knopen op(jullie) knoopten op
(gij) knoopt op(gij) knooptet op
(zij) knopen op(zij) knoopten op
Oanfoegjende foarm
NotiidDoetiid
(dat ik) opknope(dat ik) opknoopte
(dat jij) opknope(dat jij) opknoopte
(dat hij) opknope(dat hij) opknoopte
(dat wij) opknopen(dat wij) opknoopten
(dat jullie) opknopen(dat jullie) opknoopten
(dat gij) opknopet(dat gij) opknooptet
(dat zij) opknopen(dat zij) opknoopten
hjittende foarm
Iental/MeartalMeartal
knoop opknoopt op
Mulwurden
NomulwurdDoemulwurd
opknopend, opknopende(hebben) opgeknoopt

Foarbylden fan gebrûk

Ik vind het echter verspilling om sterke mannen op te knopen, die beter hun land zouden kunnen dienen dan het te gronde te richten.

Oarsettingen

Afrikaanskhang; ophang
Esperantopendumi; pendigi
Fryskhingje
Ingelskhang
Portegeeskenforcar
Spaanskahorcar; colgar