Informatie over het woord drijten (Nederlands → Esperanto: feki)

Synoniemen: een grote boodschap doen, kakken, ontlasting hebben, poepen, schijten

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈdrɛi̯tə(n)/
Afbrekingdrij·ten

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) drijt(ik) dreet
(jij) drijt(jij) dreet
(hij) drijt(hij) dreet
(wij) drijten(wij) dreten
(jullie) drijten(jullie) dreten
(gij) drijt(gij) dreet
(zij) drijten(zij) dreten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) drijte(dat ik) drete
(dat jij) drijte(dat jij) drete
(dat hij) drijte(dat hij) drete
(dat wij) drijten(dat wij) dreten
(dat jullie) drijten(dat jullie) dreten
(dat gij) drijtet(dat gij) dretet
(dat zij) drijten(dat zij) dreten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
drijtdrijt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
drijtend, drijtende(hebben) gedreten

Voorbeelden van gebruik

’k Heb al in mijn broek gedreten!

Vertalingen

Catalaansanar de ventre; cagar; defecar; fer de cos
Duitsdefäkieren; Kot ausscheiden
Engelsdefecate
Esperantofeki
Faeröersskíta
Finsulostaa
Fransaller à la selle; déféquer
Latijnassidere; cacare
Papiamentskaka; pupu
Portugeesdefecar
Spaansdefecar
Sranankaka; kunkun
Thaisขี้