Informasie oor die woord aanvaarden (Nederlands → Esperanto: akcepti)

Sinonieme: aannemen, accepteren, ingaan op, in ontvangst nemen, nemen, ontvangen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/anˈvaːrdə(n)/
Afbrekingaan·vaar·den

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) aanvaard(ik) aanvaardde
(jij) aanvaardt(jij) aanvaardde
(hij) aanvaardt(hij) aanvaardde
(wij) aanvaarden(wij) aanvaardden
(jullie) aanvaarden(jullie) aanvaardden
(gij) aanvaardt(gij) aanvaarddet
(zij) aanvaarden(zij) aanvaardden
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) aanvaarde(dat ik) aanvaardde
(dat jij) aanvaarde(dat jij) aanvaardde
(dat hij) aanvaarde(dat hij) aanvaardde
(dat wij) aanvaarden(dat wij) aanvaardden
(dat jullie) aanvaarden(dat jullie) aanvaardden
(dat gij) aanvaardet(dat gij) aanvaarddet
(dat zij) aanvaarden(dat zij) aanvaardden
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
aanvaardaanvaardt
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
aanvaardend, aanvaardende(hebben) aanvaard

Voorbeelde van gebruik

Ik aanvaard dit bevel met genoegen en gevoelens van trots.
Aanvaardt u het, of wijst u het af?
Aanvaardt ge mij als uw keizer, dan dient ge mijn beslissingen te aanvaarden".
De hertog aanvaardde het voorstel.
Ze kunnen niet aanvaarden dat het leven hun zoiets kan aandoen.
Ben je er nog achter gekomen wanneer Palmer zijn baan aanvaard heeft?

Vertalinge

Afrikaansaanváár; neem; aanvaar
Albaniespranoj
Deensacceptere; sige ja tak til; modtage
Duitsannehmen; akzeptieren; entgegennehmen; im Empfang nehmen; aufnehmen; auf sich nehmen; sich gefallen lassen; hinnehmen; eingehen auf; einwilligen in
Engelsaccept
Esperantoakcepti
Faroëestaka ímóti; taka við; viðurkenna
Finsottaa vastaan
Fransaccepter; accueillir; admettre; adopter; agréer; comporter; recueillir; revêtir; souffrir
Grieksδέχομαι
Hongaarsakceptál; elfogad
Italiaansaccettare; accogliere
Katalaansacceptar; acollir; rebre
Latynaccipere
Maleismenerima; terima
Nederduitsaksepteren
Noorsgodta; takke ja til
Papiamentsakseptá; aseptá
Poolsprzyjmować
Portugeesaceitar; acolher; admitir; receber; topar
Roemeensaccepta; primi
Russiesпринимать
Saterfriesakzeptierje; ämpfange; geneemigje; ounnieme
Spaansaceptar; acoger; admitir; recibir; tomar
Sweedstacka ja till
Thaiรับ
Tsjeggiespřijmouti
Turksalmak; kabul etmek
Wes‐Friesoanfurdigje; oannimme; akseptearje
Yslandsþakka; samþykkja