Informatie over het woord dog (Nederlands → Esperanto: dogo)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/dɔːk/
Afbrekingdog
Geslachtmanlijk
Meervouddoggen

Voorbeelden van gebruik

Even later kon men hem dan ook met enige doggen door het bos zien trekken.

Vertalingen

Catalaansbuldog
Deensdogge
DuitsDogge
Engelsbulldog; mastiff
Esperantodogo
Portugeesdogue
Spaansdogo