Informatie over het woord afgeven (Nederlands → Esperanto: disvastigi)

Synoniemen: verbreiden, verspreiden

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈɑfxevə(n)/
Afbrekingaf·ge·ven

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) geef af(ik) gaf af
(jij) geeft af(jij) gaf af
(hij) geeft af(hij) gaf af
(wij) geven af(wij) gaven af
(jullie) geven af(jullie) gaven af
(gij) geeft af(gij) gaaft af
(zij) geven af(zij) gaven af
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) afgeve(dat ik) afgave
(dat jij) afgeve(dat jij) afgave
(dat hij) afgeve(dat hij) afgave
(dat wij) afgeven(dat wij) afgaven
(dat jullie) afgeven(dat jullie) afgaven
(dat gij) afgevet(dat gij) afgavet
(dat zij) afgeven(dat zij) afgaven
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
afgevend, afgevende(hebben) afgegeven

Vertalingen

Duitsausbreiten
Engelsbroaden; dispense; disperse; disseminate; propagate; spread; widen
Esperantodisvastigi
Latijnpropagare
Portugeesdivulgar; espalhar
Saterfriesuutbreedje; uutspreede
Spaansextender; propagar
Westerlauwers Friesôflitte