Informatie over het woord distribueren (Nederlands → Esperanto: distribui)

Synoniemen: rondbrengen, verdelen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/dɪstribyˈʋerə(n)/
Afbrekingdis·tri·bu·e·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) distribueer(ik) distribueerde
(jij) distribueert(jij) distribueerde
(hij) distribueert(hij) distribueerde
(wij) distribueren(wij) distribueerden
(jullie) distribueren(jullie) distribueerden
(gij) distribueert(gij) distribueerdet
(zij) distribueren(zij) distribueerden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) distribuere(dat ik) distribueerde
(dat jij) distribuere(dat jij) distribueerde
(dat hij) distribuere(dat hij) distribueerde
(dat wij) distribueren(dat wij) distribueerden
(dat jullie) distribueren(dat jullie) distribueerden
(dat gij) distribueret(dat gij) distribueerdet
(dat zij) distribueren(dat zij) distribueerden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
distribueerdistribueert
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
distribuerend, distribuerende(hebben) gedistribueerd

Vertalingen

Catalaansdistribuir
Deensfordele
Duitsausteilen; verallgemeinern; verteilen
Engelsdistribute
Engels (Oudengels)gedælan
Esperantodistribui
Faeröersbýta út
Fransdispenser; distribuer; répartir
Hongaarsszór; terjeszt
Italiaansdistribuire
Luxemburgsverdeelen
Papiamentsdistribuí
Portugeesdistribuir
Saterfriesferalgemeenerje; ferdeele; uutdeele
Spaansdistribuir
Thaisจำหนาย; ปูน
Tsjechischdistribuovat; rozdělit; rozdělovat; rozložit; rozmístit
Zweedsutdela