Informo pri la vorto beitel (nederlanda → esperanto: skulptilo)

Vortspecosubstantivo
Prononco/ˈbɛi̯təl/
Dividobei·tel
Genrovira
Pluralobeitels

Uzekzemploj

De oude schoot overeind met een snelheid die men van zo’n bejaard iemand niet verwacht zou hebben, en griste de hamer en de beitel uit de handen van de bezoeker.

Tradukoj

anglachisel
esperantoskulptilo
hispanacincel; escoplo