Informatie over het woord uitzwermen (Nederlands → Esperanto: dissvarmi)

Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) zwerm uit(ik) zwermde uit
(jij) zwermt uit(jij) zwermde uit
(hij) zwermt uit(hij) zwermde uit
(wij) zwermen uit(wij) zwermden uit
(jullie) zwermen uit(jullie) zwermden uit
(gij) zwermt uit(gij) zwermdet uit
(zij) zwermen uit(zij) zwermden uit
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) uitzwerme(dat ik) uitzwermde
(dat jij) uitzwerme(dat jij) uitzwermde
(dat hij) uitzwerme(dat hij) uitzwermde
(dat wij) uitzwermen(dat wij) uitzwermden
(dat jullie) uitzwermen(dat jullie) uitzwermden
(dat gij) uitzwermet(dat gij) uitzwermdet
(dat zij) uitzwermen(dat zij) uitzwermden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
zwerm uitzwermt uit
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
uitzwermend, uitzwermende(zijn) uitgezwermd

Vertalingen

Esperantodissvarmi