Informatie over het woord rondbrengen (Nederlands → Esperanto: disporti)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈrɔndbrɛŋə(n)/
Afbrekingrond·bren·gen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) breng rond(ik) bracht rond
(jij) brengt rond(jij) bracht rond
(hij) brengt rond(hij) bracht rond
(wij) brengen rond(wij) brachten rond
(jullie) brengen rond(jullie) brachten rond
(gij) brengt rond(gij) bracht rond
(zij) brengen rond(zij) brachten rond
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) rondbrenge(dat ik) rondbrachte
(dat jij) rondbrenge(dat jij) rondbrachte
(dat hij) rondbrenge(dat hij) rondbrachte
(dat wij) rondbrengen(dat wij) rondbrachten
(dat jullie) rondbrengen(dat jullie) rondbrachten
(dat gij) rondbrenget(dat gij) rondbrachtet
(dat zij) rondbrengen(dat zij) rondbrachten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
breng rondbrengt rond
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
rondbrengend, rondbrengende(hebben) rondgebracht

Voorbeelden van gebruik

Anja brengt de bestellingen rond.

Vertalingen

Esperantodisporti