Informatie over het woord wachten (Nederlands → Esperanto: atendi)

Synoniemen: verbeiden, wachten op, opwachten, afwachten

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈʋɑxtə(n)/
Afbrekingwach·ten

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) wacht(ik) wachtte
(jij) wacht(jij) wachtte
(hij) wacht(hij) wachtte
(wij) wachten(wij) wachtten
(jullie) wachten(jullie) wachtten
(gij) wacht(gij) wachttet
(zij) wachten(zij) wachtten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) wachte(dat ik) wachtte
(dat jij) wachte(dat jij) wachtte
(dat hij) wachte(dat hij) wachtte
(dat wij) wachten(dat wij) wachtten
(dat jullie) wachten(dat jullie) wachtten
(dat gij) wachtet(dat gij) wachttet
(dat zij) wachten(dat zij) wachtten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
wachtwacht
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
wachtend, wachtende(hebben) gewacht

Voorbeelden van gebruik

Dat kwam hoofdzakelijk omdat een hooggeplaatst ambtenaar uit de hoofdstad om het dossier Q 527 gevraagd had en nu tegenover hem zat, eveneens wachtend.
Anthony wachtte niet tot de revolver op hem gericht was.
Iedereen zat in feite te wachten tot iemand anders de nieuwe koning op de proef stelde.
Vol spanning wachtte hij tot middernacht.
Zij wachtten wel twee uur.
„Ik weet niet of dit je zal bevallen,” zei Riggs, „maar hij heeft daar een paar uur staan wachten tot jij wegging—”

Vertalingen

Afrikaanswag; inwag; wag vir
Catalaansesperar
Deensforvente; vente
Duitsgewärtigen; harren; warten; erwarten; warten auf; abwarten; rechnen mit; rechnen auf; drohen; bevorstehen
Engelswait
Engels (Oudengels)abidan; bidan
Esperantoatendi
Faeröersbíða; vænta
Finsodottaa
Fransattendre
Hongaarsvár; várakozik
IJslandsvænta
Italiaansaspettare
Jamaicaans Creoolswiet; wiet pan
Maleisharapkan; mengharapkan; menunggu; tunggu
Nederduitstöven
Noorsforvente; vente
Papiamentsspera; warda
Poolsczekać na
Portugeesaguardar; esperar; estar à espera de
Roemeensaștepta
Russischждать; подождать
Saterfriesferwachtje; täiwe; wachtje
Schots-Gaelischfeith
Spaansaguardar; esperar
Thaisคอย
Turksbeklemek
Westerlauwers Friesbiidzje; wachtsje
Zweedsforvänta; vänta; vänta sig