Informatie over het woord verbinden (Nederlands → Esperanto: asocii)

Synoniem: associëren

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/vərˈbɪndə(n)/
Afbrekingver·bin·den

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) verbind(ik) verbond
(jij) verbindt(jij) verbond
(hij) verbindt(hij) verbond
(wij) verbinden(wij) verbonden
(jullie) verbinden(jullie) verbonden
(gij) verbindt(gij) verbondt
(zij) verbinden(zij) verbonden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) verbinde(dat ik) verbonde
(dat jij) verbinde(dat jij) verbonde
(dat hij) verbinde(dat hij) verbonde
(dat wij) verbinden(dat wij) verbonden
(dat jullie) verbinden(dat jullie) verbonden
(dat gij) verbindet(dat gij) verbondet
(dat zij) verbinden(dat zij) verbonden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
verbindverbindt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
verbindend, verbindende(hebben) verbonden

Vertalingen

Duitsvereinen; vereinigen; zusammenfassen; miteinander kombinieren; assoziieren
Engelsassociate
Esperantoasocii
Jiddischפֿאַראײניקן
Papiamentsasosiá
Portugeesaliar; associar