Informatie over het woord associëren (Nederlands → Esperanto: asocii)

Synoniem: verbinden

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ɑsoˈsjeːrə(n)/
Afbrekingas·so·ci·e·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) associeer(ik) associeerde
(jij) associeert(jij) associeerde
(hij) associeert(hij) associeerde
(wij) associëren(wij) associeerden
(jullie) associëren(jullie) associeerden
(gij) associeert(gij) associeerdet
(zij) associëren(zij) associeerden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) associëre(dat ik) associeerde
(dat jij) associëre(dat jij) associeerde
(dat hij) associëre(dat hij) associeerde
(dat wij) associëren(dat wij) associeerden
(dat jullie) associëren(dat jullie) associeerden
(dat gij) associëret(dat gij) associeerdet
(dat zij) associëren(dat zij) associeerden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
associeerassocieert
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
associërend, associërende(hebben) geassocieerd

Vertalingen

Duitsvereinen; vereinigen; zusammenfassen; miteinander kombinieren; assoziieren
Engelsassociate
Esperantoasocii
Jiddischפֿאַראײניקן
Papiamentsasosiá
Portugeesaliar; associar