Ynformaasje oer it wurd ontvangen (Nederlânsk → Esperanto: akcepti)

Synonimen: aannemen, aanvaarden, accepteren, ingaan op, in ontvangst nemen, nemen

Wurdsoartetiidwurd
Utspraak/ɔntˈfɑŋə(n)/
Ofbrekingont·van·gen

Ferfoarming

Oantoanende foarm
NotiidDoetiid
(ik) ontvang(ik) ontving
(jij) ontvangt(jij) ontving
(hij) ontvangt(hij) ontving
(wij) ontvangen(wij) ontvingen
(jullie) ontvangen(jullie) ontvingen
(gij) ontvangt(gij) ontvingt
(zij) ontvangen(zij) ontvingen
Oanfoegjende foarm
NotiidDoetiid
(dat ik) ontvange(dat ik) ontvinge
(dat jij) ontvange(dat jij) ontvinge
(dat hij) ontvange(dat hij) ontvinge
(dat wij) ontvangen(dat wij) ontvingen
(dat jullie) ontvangen(dat jullie) ontvingen
(dat gij) ontvanget(dat gij) ontvinget
(dat zij) ontvangen(dat zij) ontvingen
hjittende foarm
Iental/MeartalMeartal
ontvangontvangt
Mulwurden
NomulwurdDoemulwurd
ontvangend, ontvangende(hebben) ontvangen

Foarbylden fan gebrûk

De burgemeester ontving hem tot zijn onuitsprekelijke verbazing heel vriendelijk.
Zouden die hem wel zo vriendelijk ontvangen?
Ontvangt Siggeir op deze wijze zijn gasten?
Koning Dartweg wilde me niet onverwijld ontvangen.

Oarsettingen

Afrikaanskaanváár; neem; aanvaar
Albaneeskpranoj
Deenskacceptere; sige ja tak til; modtage
Dútskannehmen; akzeptieren; entgegennehmen; im Empfang nehmen; aufnehmen; auf sich nehmen; sich gefallen lassen; hinnehmen; eingehen auf; einwilligen in
Esperantoakcepti
Fereuersktaka ímóti; taka við; viðurkenna
Finskottaa vastaan
Frânskaccepter; accueillir; admettre; adopter; agréer; comporter; recueillir; revêtir; souffrir
Fryskoanfurdigje; oannimme; akseptearje
Grykskδέχομαι
Hongaarskakceptál; elfogad
Ingelskreceive
Yslânskþakka; samþykkja
Italjaanskaccettare; accogliere
Katalaanskacceptar; acollir; rebre
Latynaccipere
Maleiskmenerima; terima
Nederdútskaksepteren
Noarsktakke ja til; godta
Papiamintskakseptá; aseptá
Poalskprzyjmować
Portegeeskaceitar; acolher; admitir; receber; topar
Roemeenskaccepta; primi
Russyskпринимать
Sealterfryskakzeptierje; ämpfange; geneemigje; ounnieme
Spaanskaceptar; acoger; admitir; recibir; tomar
Sweedsktacka ja till
Taiskรับ
Tsjechyskpřijmouti
Turkskalmak; kabul etmek