Informatie over het woord benadrukken (Nederlands → Esperanto: akcenti)

Synoniemen: accentueren, beklemtonen, de klemtoon leggen op

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/bəˈnadrɵkə(n)/
Afbrekingbe·na·druk·ken

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) benadruk(ik) benadrukte
(jij) benadrukt(jij) benadrukte
(hij) benadrukt(hij) benadrukte
(wij) benadrukken(wij) benadrukten
(jullie) benadrukken(jullie) benadrukten
(gij) benadrukt(gij) benadruktet
(zij) benadrukken(zij) benadrukten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) benadrukke(dat ik) benadrukte
(dat jij) benadrukke(dat jij) benadrukte
(dat hij) benadrukke(dat hij) benadrukte
(dat wij) benadrukken(dat wij) benadrukten
(dat jullie) benadrukken(dat jullie) benadrukten
(dat gij) benadrukket(dat gij) benadruktet
(dat zij) benadrukken(dat zij) benadrukten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
benadrukbenadrukt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
benadrukkend, benadrukkende(hebben) benadrukt

Vertalingen

Duitshervorheben; Nachdruck verleihen
Esperantoakcenti