Informatie over het woord Reis (Duits → Esperanto: rizo)

Uitspraak/raɪ̯s/
AfbrekingReis
Woordsoortzelfstandig naamwoord
Geslachtmanlijk

Verbuiging

 EnkelvoudMeervoud
NominatiefReis
GenitiefReises
DatiefReis, Reise
AccusatiefReis

Vertalingen

Catalaansarròs
Deensris
Engelsrice
Esperantorizo
Faeröersrís
Finsriisi
Fransriz
Hongaarsrizs
Italiaansriso
Latijnoryza
Maleisberas
Nederlandsrijst
Noorsris
Papiamentsaros
Poolsryż
Portugeesarroz
Roemeensorez
SaterfriesRies
Spaansarroz
Srananaleysi
Thaisข้าว
Tsjechischrýže
Welsreis
Westerlauwers Friesrys
Zweedsris; risgryn