Informo pri la vorto adapteren (nederlanda → esperanto: adapti)

Sinonimoj: aanbrengen, aanpassen

Vortspecoverbo
Prononco/adɑpˈteːrə(n)/
Dividoadap·te·ren

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) adapteer(ik) adapteerde
(jij) adapteert(jij) adapteerde
(hij) adapteert(hij) adapteerde
(wij) adapteren(wij) adapteerden
(jullie) adapteren(jullie) adapteerden
(gij) adapteert(gij) adapteerdet
(zij) adapteren(zij) adapteerden
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) adaptere(dat ik) adapteerde
(dat jij) adaptere(dat jij) adapteerde
(dat hij) adaptere(dat hij) adapteerde
(dat wij) adapteren(dat wij) adapteerden
(dat jullie) adapteren(dat jullie) adapteerden
(dat gij) adapteret(dat gij) adapteerdet
(dat zij) adapteren(dat zij) adapteerden
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
adapteeradapteert
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
adapterend, adapterende(hebben) geadapteerd

Tradukoj

albanaadaptoj
anglaadapt
esperantoadapti
feroalaga til
francaadapter; ajuster
germanaadaptieren; anpassen; angleichen; anfügen; daneben anordnen; außerdem anordnen
hispanaacomodar; adaptar
hungarailleszt
islandaaðlagast
italaadattare; aggiustare
katalunaadaptar
okcidenta frizonaoanbringe; oanpasse; ôfstimme
papiamentoadaptá
platgermanaanpassen
portugalaacomodar; adaptar; ajeitar; ajustar
rumanafixa; monta
saterlanda frizonaadaptierje; anpaasje