Informatie over het woord uitstrooien (Nederlands → Esperanto: diskonigi)

Synoniemen: rondbrieven, rondzeggen

Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) strooi uit(ik) strooide uit
(jij) strooit uit(jij) strooide uit
(hij) strooit uit(hij) strooide uit
(wij) strooien uit(wij) strooiden uit
(jullie) strooien uit(jullie) strooiden uit
(gij) strooit uit(gij) strooidet uit
(zij) strooien uit(zij) strooiden uit
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) uitstrooie(dat ik) uitstrooide
(dat jij) uitstrooie(dat jij) uitstrooide
(dat hij) uitstrooie(dat hij) uitstrooide
(dat wij) uitstrooien(dat wij) uitstrooiden
(dat jullie) uitstrooien(dat jullie) uitstrooiden
(dat gij) uitstrooiet(dat gij) uitstrooidet
(dat zij) uitstrooien(dat zij) uitstrooiden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
strooi uitstrooit uit
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
uitstrooiend, uitstrooiende(hebben) uitgestrooid

Vertalingen

Duitsbekannt machen; weithin bekannt machen; bekannt geben; überall bekannt geben
Engelspublicize
Esperantodiskonigi