Informatie over het woord draaien (Nederlands → Esperanto: diski)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈdraːjə(n)/
Afbrekingdraai·en

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) draai(ik) draaide
(jij) draait(jij) draaide
(hij) draait(hij) draaide
(wij) draaien(wij) draaiden
(jullie) draaien(jullie) draaiden
(gij) draait(gij) draaidet
(zij) draaien(zij) draaiden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) draaie(dat ik) draaide
(dat jij) draaie(dat jij) draaide
(dat hij) draaie(dat hij) draaide
(dat wij) draaien(dat wij) draaiden
(dat jullie) draaien(dat jullie) draaiden
(dat gij) draaiet(dat gij) draaidet
(dat zij) draaien(dat zij) draaiden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
draaidraait
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
draaiend, draaiende(hebben) gedraaid

Voorbeelden van gebruik

Stephens lachte opgewekt, stond op en even later draaide hij het nummer van Howland.
Hij draaide een nummer en terwijl hij het telefoonboek weglegde, begon hij aan een eenvoudige uitleg.

Vertalingen

Engelsdial
Esperantodiski
Portugeesdiscar
Spaansmarcar
Thaisต่อ