Informatie over het woord losbrokkelen (Nederlands → Esperanto: disiĝi pecete)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈlɔzbrɔkələ(n)/
Afbrekinglos·brok·ke·len

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(hij) losbrokkelt (hij) losbrokkelde
(zij) losbrokkelen (zij) losbrokkelden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat hij) losbrokkele(dat hij) losbrokkelde
(dat zij) losbrokkelen(dat zij) losbrokkelden
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
losbrokkelend, losbrokkelende(zijn) losgebrokkeld

Vertalingen

Esperantodisiĝi pecete