Information about the word stuk (Dutch → Esperanto: briko)

Synonyms: baksteen, reep, steen, tichel

Part of speechcommon noun
Pronunciation/stɵk/
Hyphenationstuk
Genderneuter
Pluralstukken

Diminutive
SingularPlural
stukjestukjes

Usage samples

Marie gaf hem een tinnen kom met water en een stuk zeep, welke voorwerpen hij buiten de deur op een bank zette.

Translations

Catalanmaó
Czechcihla
Danishmursten
Englishpiece; cake
Esperantobriko
Faeroesemúrsteinur
Frenchbrique
GermanBackstein; Ziegel; Ziegelstein; Riegel
Greekπλίνθος; τούβλο
Hungariantégla
Icelandicmúrsteinn
Italianmattone
Latinlater
Norwegianmurstein
Papiamentoklenko; klenku
Portuguesetejolo; tijolo
Russianкирпич
Saterland FrisianÄsterke; Baksteen
Spanishladrillo
Swedishtegelsten
Turkishtuğla
West Frisianbakstien