Information about the word kruimelen (Dutch → Esperanto: diserigi)

Synonyms: ontleden, slibben, verkruimelen

Part of speechverb
Pronunciation/ˈkrœy̯mələ(n)/
Hyphenationkrui·me·len

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) kruimel(ik) kruimelde
(jij) kruimelt(jij) kruimelde
(hij) kruimelt(hij) kruimelde
(wij) kruimelen(wij) kruimelden
(jullie) kruimelen(jullie) kruimelden
(gij) kruimelt(gij) kruimeldet
(zij) kruimelen(zij) kruimelden
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) kruimele(dat ik) kruimelde
(dat jij) kruimele(dat jij) kruimelde
(dat hij) kruimele(dat hij) kruimelde
(dat wij) kruimelen(dat wij) kruimelden
(dat jullie) kruimelen(dat jullie) kruimelden
(dat gij) kruimelet(dat gij) kruimeldet
(dat zij) kruimelen(dat zij) kruimelden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
kruimelkruimelt
Participles
Present participlePast participle
kruimelend, kruimelende(hebben) gekruimeld

Translations

Englishatomize; take apart
Esperantodiserigi
Frenchdissocier; résoudre
Germanin seine Teile zerlegen; in Einzelteile erlegen; zergliedern; auseinander nehmen
Portuguesedesagregar