Informatie over het woord knauwen (Nederlands → Esperanto: mordegi)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈknɑu̯ʋə(n)/
Afbrekingknau·wen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) knauw(ik) knauwde
(jij) knauwt(jij) knauwde
(hij) knauwt(hij) knauwde
(wij) knauwen(wij) knauwden
(jullie) knauwen(jullie) knauwden
(gij) knauwt(gij) knauwdet
(zij) knauwen(zij) knauwden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) knauwe(dat ik) knauwde
(dat jij) knauwe(dat jij) knauwde
(dat hij) knauwe(dat hij) knauwde
(dat wij) knauwen(dat wij) knauwden
(dat jullie) knauwen(dat jullie) knauwden
(dat gij) knauwet(dat gij) knauwdet
(dat zij) knauwen(dat zij) knauwden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
knauwknauwt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
knauwend, knauwende(hebben) geknauwd

Vertalingen

Esperantomordegi