Information about the word omroepen (Dutch → Esperanto: disaŭdigi)

Synonym: uitzenden

Part of speechverb
Pronunciation/ˈɔmrupə(n)/
Hyphenationom·roe·pen

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) roep om(ik) riep om
(jij) roept om(jij) riep om
(hij) roept om(hij) riep om
(wij) roepen om(wij) riepen om
(jullie) roepen om(jullie) riepen om
(gij) roept om(gij) riept om
(zij) roepen om(zij) riepen om
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) omroepe(dat ik) omriepe
(dat jij) omroepe(dat jij) omriepe
(dat hij) omroepe(dat hij) omriepe
(dat wij) omroepen(dat wij) omriepen
(dat jullie) omroepen(dat jullie) omriepen
(dat gij) omroepet(dat gij) omriepet
(dat zij) omroepen(dat zij) omriepen
Imperative mood
Singular/PluralPlural
roep omroept om
Participles
Present participlePast participle
omroepend, omroepende(hebben) omgeroepen

Translations

Englishbroadcast; transmit
Esperantodisaŭdigi
Germansenden